Ten eerste is van belang wat voor soort arbeidsovereenkomst u hebt. Als u een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd hebt, dan kan deze alleen tussentijds worden opgezegd als deze mogelijkheid schriftelijk is overeengekomen. Als deze mogelijkheid niet is opgenomen dan eindigt de arbeidsovereenkomst op de overeengekomen einddatum. Doorgaans hoeft u daarvoor niet op te zeggen (tenzij dit schriftelijk is overeengekomen). Indien u toch tussentijds opzegt bent u schadeplichtig. Als de mogelijkheid van tussentijdse opzegging wel is opgenomen, dan kunt u tussentijds opzeggen, maar bent u wel gebonden aan de opzegtermijn. Ook wanneer u een vast dienstverband hebt dient u zich te houden aan de opzegtermijn. In principe bedraagt de opzegtermijn voor de werknemer één maand. Van deze termijn kan schriftelijk worden afgeweken. Bij verlenging mag de termijn niet langer zijn dan zes maanden. Het is dus van belang dat u in uw arbeidsovereenkomst of CAO nakijkt of daar een opzegtermijn is opgenomen. Zo niet, dan geldt voor u de wettelijke opzegtermijn van één maand. Daarnaast geldt dat u in principe tegen het einde van de maand moet opzeggen, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen. Een voorbeeld om het een en ander te verduidelijken: u zegt de arbeidsovereenkomst op en hebt één maand opzegtermijn. De opzegging vindt plaats op 14 april en de arbeidsovereenkomst eindigt op 31 mei. 14 april plus één maand opzegtermijn is 14 mei. De dag waartegen opgezegd mag worden is de laatste dag van de maand, dus 31 mei.