Als er schriftelijk een concurrentiebeding is overeengekomen dan mag de werkgever de werknemer daar in beginsel aan houden. De werkgever kan dat bij de rechter afdwingen. Aan de andere kant heeft de rechter de bevoegdheid om een concurrentiebeding geheel of gedeeltelijk te vernietigen op grond dat in verhouding tot het te beschermen belang van de werkgever, de werknemer door dat beding onbillijk wordt benadeeld. De werknemer zal dan actie moeten ondernemen. Als het concurrentiebeding de werknemer in belangrijke mate belemmert om anders dan in dienst van de werkgever werkzaam te zijn dan kan het zijn dat de rechter bepaalt dat de werkgever voor de duur van de beperking van het concurrentiebeding een vergoeding moet betalen aan de werknemer. De rechter zal een belangenafweging maken waarin hij de omstandigheden van het geval meeweegt. Uiteraard is het verstandig om eerst te proberen om met uw werkgever tot een minnelijke oplossing te komen.