De onregelmatigheidsvergoeding
Categories: None | Tags: None
mei 3, 2019 | Share:
Naast een vergoeding voor het niet in acht nemen van de opzegtermijn kan een werknemer recht hebben op een transitievergoeding en op een billijke vergoeding. Hieronder zal kort ingegaan worden op de eerste vergoeding, de vergoeding voor onregelmatig ontslag (art. 7:672 lid 10 BW).
Indien een werkgever de arbeidsovereenkomst wil opzeggen, dan dient hij daartoe in beginsel een opzegtermijn in acht te nemen, waarvan de duur afhankelijk is van de duur van de arbeidsovereenkomst. Bedraagt deze korter dan 5 jaar, dan bedraagt de opzegtermijn 1 maand. Iedere periode van 5 jaar komt er een maand bij, tot een maximum van 4 maanden.
Indien de werkgever de geldende opzegtermijn niet in acht neemt, dan kan de werknemer zich binnen 2 maanden na de dag dat de arbeidsovereenkomst is geëindigd, tot de kantonrechter wenden met het verzoek om hem een vergoeding toe te kennen over de opzegtermijn die de werkgever in acht had moeten nemen indien hij de arbeidsovereenkomst op een correcte wijze had opgezegd. Deze vergoeding wordt wel de onregelmatigheidsvergoeding genoemd. Indien de rechter van mening is dat de door de werknemer verzochte vergoeding te hoog is, dan kan hij deze, rekening houdende met de omstandigheden van het geval, matigen. De onregelmatigheidsvergoeding wordt verhoogd met de wettelijke rente.
De vergoeding is ook verschuldigd indien de werknemer/werkgever de werkgever/werknemer door opzet of schuld een dringende reden heeft gegeven om de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen en de partij van die bevoegdheid gebruik heeft gemaakt.
Verder is de vergoeding verschuldigd door de partij die een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, die niet tussentijds opgezegd kan worden, opzegt (en er geen sprake is van een ontslag op staande voet).